Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeiden wij [8]aldus tot hen, [en] welke de [9]namen waren der mannen, die dit gebouw bouwden. 8. Gelijk onder, vs.11, enz. verhaald wordt. 9. Dewijl zij dit mede gevraagd hadden, onder, vs.10. Anderen nemen deze woorden aldus: [wijders zeiden zij] welke zij de namen der mannen, die dit gebouw bouwen?